Bladeren
man-neku1, titeineku2 (Sr),
haiari, kumaruballi, wakorokoda (Ar), inyeku,
kumata (Ca), hali hali (Way), neko (Au), ma
neku1 (Bo), ndekú (Sa).
De nekuliaan is in de Guiana’s het
meest bekend als visgif. In de wortels van deze
liaan zit rotenon, een stof die vissen het ademhalen
belemmert. De wortels worden boven een kreek
tot vezels geslagen (‘ponsu’), die vervolgens in
het water worden uitgespoeld. Kort daarna komen
de eerste vissen bovendrijven. Mensen kunnen de
vis zonder problemen eten, omdat rotenon niet
gemakkelijk via de huid of het maagdarmkanaal
ons lichaam binnenkomt. Langdurig contact met
rotenon kan wel huidontstekingen of irritatie aan
ogen en luchtwegen veroorzaken. Volgens een
oude mythe hebben de Indianen het vissen met
neku van de tapirs afgekeken. Die houden name-
lijk ook van vis. De dieren eten voor het vissen
grote hoeveelheden neku en laten vervolgens hun
uitwerpselen in een kreek vallen. Even later zou-
den ze de bovendrijvende vis komen ophalen
(Stephen, 1979).
Een paar stukken stengel van deze liaan worden
met stukjes hout van de knoflookliaan (Mansoa
alliacea) en de fijngestampte zaden van nengre-
kondrepepre (Aframomum melegueta) in een fles
met alcohol gedaan. Soms wordt er nog asafoetida,
krijt, nootmuskaat of kruidnagel aan toegevoegd.
Nadat het mengsel enige dagen heeft getrokken
smeert men het op pijnlijke spieren of reumatische
gewrichten. Een eetlepel van het aftreksel neemt
men in bij vermagering en slechte eetlust (Tjong
Ayong, 1989). Een thee van de bladeren wordt
gedronken tegen astma en bronchitis.
Een geluksbad om jezelf ritueel te reinigen en fi-
nancieel gewin te behalen (‘kiin skin anga moni
kon’) werd door Ruben Mawdo als volgt bereid: een groot stuk nekuliaan met de wortel werd fijn-
gestampt met bumbi (Tephrosia sinapou), kunami
(Clibadium surinamense) en adunguman (Spigelia
anthelmia), en aangevuld met koud water, een
flesje bier, pompeia, suiker en swit’sopi. Dit krui-
denbad vol gifplanten lijkt symbool te staan voor
het succesvol binnenhalen van geld. Een ander
kruidenbad met nekubladeren, nu aangevuld met
koffie, cacao, thee, ijs, water en suiker, wordt ge-
bruikt door iemand wiens relatie is stukgelopen.
Na het baden met dit mengsel zal de liefde tussen
beide partners weer opbloeien. Het is een soort
‘kroi’, een bezweringsmiddel voor de liefde. Vol-
gens Norbert Eersteling gebruiken vrouwen dit
bad om na een ruzie de boosheid van hun man te
laten wegzakken.
Heyde (1987) beschrijft een Saramaccaans bezwe-
ringsmiddel voor een gunstige jacht. Men moet in
de vroege ochtend baden met een bad van man-
neku, ‘wiwi nekoe’ (T. sinapou), pikin ‘masiesa’
(waarschijnlijk Renealmia floribunda) en ‘kotto
hattie’ (Begonia glabra). De jager zal hierna geluk
hebben en met een flinke buit thuiskomen. Vol-
gens Saramaccaans genezer Ruud Parami geeft
een kruidenbad met neku je positieve energie.
Bron: Medicinale en Rituele planten van Suriname